De tuin is een plek waar de gemiddelde Nederlander veel tijd doorbrengt. Niet gek, want op een zomerdag kun je hier heerlijk zitten. Reden genoeg om je tuin sfeervol te maken. Verlichting kan je hier een handje bij helpen. Voordat je hiermee aan de slag gaat, is het verstandig om een verlichtingsplan te maken. Zo’n plan helpt je om te bepalen welke verlichting er op welke plek moet komen. Heb je nog niet eerder een verlichtingsplan gemaakt? Geen probleem, want wij leggen je hier uit hoe je dit doet!

Maak een plattegrond van je tuin

In een lichtplan bepaal je waar welke verlichting moet komen. Kies niet lukraak plekken uit, maar maak eerst een plattegrond van je tuin. Teken deze op schaal, zodat je straks precies weet waar welke verlichting moet komen. In deze plattegrond geef je aan wat in jouw ogen de belangrijkste onderdelen van je tuin zijn. Denk bijvoorbeeld aan de overkapping, de vijver, het gazon, de paden of een mooie boom of struik. De plattegrond hoeft niet bijzonder gedetailleerd te zijn. Het gaat er vooral om dat hij duidelijk is en je houvast biedt.

Bepaal wat je wilt verlichten

Heb je de plattegrond klaar? Bepaal dan wat je allemaal wilt verlichten. Het is belangrijk dat je hierbij onderscheid maakt tussen functionele verlichting en sfeerverlichting. Bij functionele verlichting kun je bijvoorbeeld denken aan lampen langs tuinpaden of onder de overkapping. Sfeerverlichting is vooral bedoeld om je tuin sfeervoller te maken. Je kunt het bijvoorbeeld gebruiken om enkele objecten in je tuin uit te lichten, zoals mooie, grote bloempotten of een fonteintje. Waak er overigens voor dat je niet te veel verlichting aanbrengt in je tuin, want dit kan juist averechts werken.

Denk na over de richting van het licht

We hoeven je waarschijnlijk niet meer te vertellen dat lampen in verschillende richtingen kunnen schijnen. Dit is ook iets om rekening mee te houden als je zelf een verlichtingsplan voor je tuin gaat maken. De meeste lampen schijnen naar onderen of naar boven, maar wandlampen kunnen in beide richtingen schijnen. Weet je niet voor welke lichtrichting je moet kiezen? Houd dan rekening met de functie van de lamp en/of het object dat je wilt verlichten.

Kies de gewenste spanning

Tuinverlichting is verkrijgbaar in 12 volt en 220 volt. In principe kun je het allebei gebruiken in je tuin, maar er zijn een paar belangrijke verschillen. Zo moet je verlichting op 220 volt aan laten leggen door een installateur. Verlichting op 12 volt kun je prima zelf aansluiten. Deze spanning is bovendien veiliger voor kinderen en huisdieren.

Koop de tuinlampen

Als je hier bent aangekomen, wordt het tijd om de tuinverlichting daadwerkelijk te kopen. Dankzij het lichtplan weet je precies waar de verlichting moet komen, wat de functie is, in welke richting een lamp moet schijnen en welke spanning hij moet hebben. Ga vervolgens op zoek naar armaturen die hierop aansluiten. Koop niet lukraak armaturen die aan de ‘eisen’ voldoen, maar houd ook rekening met de inrichting van je tuin.

Foto header via iStock, credits: Carolina Jaramillo